In de verzameling van documenten en foto’s van het geslacht Los (Zwijndrecht) van Bastiaan Los bevindt zich een getypt afschrift van een acte uit het Gemeentelijke Archief van Dordt voor de Schepenen van Dordt (met dank aan Truus van Veelen-Los)

Voor zover nu bekend is dit de oudste gerechtelijke acte waarover we beschikken. De doop en trouwboeken te Dordt bevatten nog oudere gegevens.

In deze actie komt de naam Los nog niet voor. En alleen Jan Corstiaensz wordt rond 1640 voor het eerste met de achternaam Los genoemd. We mogen deze naam niet terugprojecteren op de broer en zuster en vader.

Dordt Gemeente Archief oude indeling Archief 9 inv nr. 766 folio 76

Actum den 8 april 1627 Corum Beverwijck, Coopman, ende Pieter van Beveren
Dat voor ons quamen Henrick Corstiaen ende Ariaen Corstiaensz woonende binnen deser Stede, mitsgaders Pieter Corstiaens woonende tot Breda, soo voor henlieden selven als in desen vervangende ende haer sterckmaekende voor Jan Corstiaensz en de Odilia Corstiaensdr haere onmondige broeder en suster, alle kinderen van Corstiaen Ariensz, houfsmith, mitsgaders approbatie ende auctorisatie hebben de van mijn Edelen Heeren van den Gerechte der Stadt Dordrecht, blickende bij de appostille gestelt in margine van den doopceel van date den 8 aprilis 1627, ons schepenen verthoont.
Vendiderent inden verszijde qualiteijt, Joost Stoffelsz, houfsmith, borger deser Stede, domum cumsuis, staende ende gelegen in den Breestraet deser Stede, tusschen den huijse van Steven Stevensz aende de een sijde ende  den huijse van Hilleken Gerritsdr aen de andere sijde, ende dat met alsulcke vrijdommen servituijten ende gerechtigheden van muijren, goten ende anders, al t versz, huijs en de erfve eenichsints is hebbende, ent betaelt promittet quitare, niet belast dan met een pantpont op teden cooper……etc.
Ende in plaetse van waerborge sal t verszeijde huijs ende erfve gelevert worden, bij willich decrete deser stede, volgens den decreetbrief daervan sijnde mits desen getransfixeert in oirconde

Een aantal zaken in deze acte zijn belangrijk:

Corstiaen Ariensz van wie we al wisten dat hij smid was, wordt uitdrukkelijk vermeld als hoefsmid.
De smederij stond in de Breestraat, want het pand wordt gekocht door Joost Stoffels die eveneens hoefsmid was. 
Kennelijk is Corstiaen kort tevoren overleden en omdat zijn vrouw Magdalena niet genoemd wordt mogen we aannemen dat ook zij reeds gestorven is.
Pieter Corstiaens van wie ik tot nu toe in Dordrecht geen spoor meer gevonden had, blijkt in Breda te wonen, waar zijn moeder vandaan kwam.
De vraag is dan natuurlijk heeft hij nageslacht en onder welke naam?